EDA: Boerenkoolstof creëert erkenning

De European Dairy Association (EDA) staat positief tegenover een Europese standaard voor koolstofverwijding op landbouwgrond. Sterker nog, certificaten voor de vrijwillige koolstofmarkt zijn een nuttig instrument om het proces van CO2-verwijdering door de agrarische sector te versnellen, zegt EDA in een openbare consultatieronde op de Europese plannen. Dat is een opsteker voor melkveehouders die wachten op stappen van hun zuivelbedrijf om koolstofverwijdering op grasland te belonen.

dcc-EDA- Boerenkoolstof creëert erkenning

De EDA wijst in haar reactie onder andere op het belang van blijvend grasland in de klimaattransitie. Zowel het beschermen van bestaande koolstofvoorraden in de bodem als het vastleggen van nieuwe hoeveelheden CO2 zou in het beloningssysteem moeten worden meegenomen. Daarnaast onderstreept EDA de positieve relatie tussen koolstofopslag en het beschermen van biodiversiteit; eveneens een prijsopdrijvende factor voor het koolstofcertificaat.

Waar Nederlandse zuivelbedrijven hun eerste stapjes zetten op het pad van vrijwillige koolstofcertificaten, lijkt de Europese club van zuivelaars een uitgesproken voorstander van dit beloningssysteem. Daarbij oppert ze een denkrichting die zowel interessant als opmerkelijk is: “koolstofcertificaten moeten herleidbaar zijn naar de sector van oorsprong”. Vrij vertaalt betekent dit ‘boerenkoolstof’, in analogie met boerenkaas en boer’n yoghurt. Echter, EDA ziet bij vermelding van de oorsprong van koolstofcertificaten vooral erkenning ontstaan voor de “klimaatbijdrage van de voedselverwerkende industrie”.

Het creëren van een businessmodel rond koolstofopslag realiseer je als melkveehouder niet individueel; daarvoor is het aantal certificaten per bedrijf te gering. Samenwerken binnen een pool met meerdere veehouders of aansluiten bij een initiatief van de verwerkende industrie is nodig om koolstofopslag daadwerkelijk te vertalen in harde euro’s. Basisregel in zo’n samenwerking is een onderling geaccepteerde verdeling van kosten, opbrengsten en maatschappelijke waardering. Dus, als de verwerkende industrie maximale waardering wil voor haar klimaatbijdrage via ‘boerenkoolstof’, dan kan dat alleen als de financiële opbrengst van die koolstofcertificaten richting de melkveehouder stroomt. Want zoals ik al eerder zei: wie betaalt, krijgt de credits!

Erikjan van Huet Lindeman