Nederlandse bedrijven en boeren kunnen samen een vuist maken tegen klimaatverandering. Boeren zijn namelijk in staat de CO2 emissie van bedrijven en organisaties uit de lucht te halen. Betalen voor het opruimen van die ‘CO2-vervuiling’ is een logische stap, maar verre van gemeengoed. Daarmee is het een kans voor bedrijven die zich op het thema klimaat willen onderscheiden.
Het klimaatbeleid heeft voor MKB- en grootzakelijke bedrijven op dit moment nog geen wettelijke consequenties. Wel moeten de grotere bedrijven uit deze groep als eerste – over 2023 – hun klimaatimpact gaan rapporteren. Reduceren is daarna een logische vervolgstap.
Desalniettemin zijn veel ondernemers al vrijwillig aan de slag met het terugdringen van de CO2-emissie. Prestatieladders, of het opstellen van een carbon footprint, zijn daarbij goede hulpmiddelen. Ze bieden inzicht in de actuele CO2-impact en stimuleren daarmee activiteiten om reductie te realiseren..
Reductie van emissie kost tijd. Bovendien is niet alle emissie uit te bannen (niet reduceerbare emissie). CO2-compensatie via koolstofverwijdering is dan dé oplossing. Door actief CO2 uit de atmosfeer te verwijderen wordt (een deel van) de emissie opgeruimd. Deze maatschappelijk verantwoorde manier van ondernemen is niet alleen positief voor het klimaat. Het betaalt zich ook uit in een onderscheidende marketing propositie.
CO2-verwijdering uit de atmosfeer is bij uitstek een rol die Nederlandse boeren kunnen vervullen. Dankzij de hoogproductieve landbouwmethodes halen planten en gewassen al veel CO2 uit de lucht. Door haalbare aanpassingen in het bodembeheer uit te voeren kan een groter deel van die koolstof blijvend in de bodem worden opgeslagen. Zo ontstaan ‘koolstofverwijderingseenheden’.
Nederlandse bedrijven doen er goed aan hun emissie bij voorkeur te laten verwijderen door Nederlandse boeren, via de aankoop van ‘koolstofverwijderingseenheden’. Daarmee tonen deze bedrijven hun maatschappelijk verantwoordelijkheid, maken ze samen met lokale boeren een vuist tegen klimaatverandering en dragen ze indirect ook (financieel) bij aan de transitie in de landbouw. Welke marketeer kan daarmee niet uit de voeten?